Onze jury over de shortlist van de Confituur Boekhandelsprijs 2024

Op 23 april, wereldboekendag, maken we de winnaar van de Confituur Boekhandelsprijs 2024 bekend. Onze jury van boekhandelaars heeft alvast deze mooi woorden voor de genomineerde boeken.


Over Bloedzang van Caro Van Thuyne

Wie wil verdrinken in taal zit goed bij Caro Van Thuyne. Het verhaal over de moeder die haar taal verliest door een val en wat dat doet met iemand die lééft voor de taal is universeel, en ook het onderwerp van talloze romans. Maar wat Van Thuyne ermee doet is zeer persoonlijk en zeer uniek. Dat boek vliet en stroomt, dat gutst en loopt over en laat de lezer happend naar adem op de oever achter. Daartoe is er gelegenheid in de essayistische, activistische stukken. Daarin doet Van Thuyne verslag van haar eigen leeservaringen, en van haar worstelingen met genderrollen en patriarchaat. Het boek is dan ook geschikt voor potloodlezers en mensen die hun leeslijst nog willen verlengen. Kortom : Wie iets wil beleven met een boek móét Bloedzang lezen. (Annick –De Zondvloed Mechelen)


Over Iconen van Erik Vlaminck

In Iconen schetst Erik Vlaminck een confronterend en ontluisterend beeld van het reilen en zeilen in de psychiatrie in Vlaanderen in de jaren ’70: een pijnlijk verhaal over onkunde, onwil en slecht beleid. Iconen is vlot en doordacht opgebouwd, zit vol sterke personages, is urgent en niets ontziend maar weet evenzeer te bekoren omwille van zijn droge humor en schitterend taalgebruik. Dat Erik Vlaminck in de jaren ’70 als opvoeder in een psychiatrische instelling gewerkt heeft, voel je tussen alle regels. Daarmee is Iconen bij het allerbeste uit Vlamincks oeuvre en de urgentie die van de bladzijden spat, geeft het op alle fronten nog een extra impuls. (Gert – Het Voorwoord Heist-op-den-Berg)


Over Oersoep van Bregje Hofstede

Een boek om de vingers bij af te likken. Oersoep beschrijft de zinnelijkheid in al z’n moderne gevaren en geneugten: binnen- én buitenlichamelijk. Bregje Hofstede bestrijkt daarbij werkelijk alle registers van de menselijke ervaring: van plompe, morsige lichamen tijdens het liefdesspel, tot verheven zelf- overstijging (denk aan de mystica Hadewijch); van de "zalen en zalen van pijn" tijdens de bevalling, tot psychedelische ayahuasca-ceremonieën. En dat alles omschreven in een – moet het gezegd? – ronduit zinnenprikkelend en bezwerend proza, dat bij vlagen zelfs aan poëzie grenst. Zijn er grenzen aan verlangen? Geen idee, maar het stilistisch talent van Hofstede lijkt alvast onbegrensd. (Stéphan – Raaklijn Brugge)


Over Tosca van Maud Vanhauwaert

Tosca, een roman waar ik reikhalzend naar uitkeek als toch wel grote fan van alles waar Maud Vanhauwaert ons reeds mee verblijdde. Ook wel een beetje gereserveerd, een dichter haar eerste roman-worp, steeds erop of eronder. Als groot liefhebber kon ik het natuurlijk niet laten om al eens door te bladeren naar de gedichten in Tosca. Het bleken weer pareltjes.
Net zo goed werd ik daarna meegesleept door het verhaal in romanvorm. Al snel kropen de protagonisten onder mijn vel. ’Hoe zou het nu toch met Aline zijn?’, begon ik mij af te vragen voor het slapen gaan. Het kat- en muisspel tussen Aline en May, de kreet voor hulp, de toxische relatie waar na een tijdje dader en slachtoffer niet meer te onderscheiden zijn, hield mij ook overdag vaak bezig.
Vaak leek het boek eerder een thriller dan een roman; een poëtische thriller die soms alle kanten op vloog maar toch steeds zijn weg vond via allerlei omwegen en steeds dezelfde vraag stelt: ‘Wie zijn we?’ en ‘Kennen we elkaar ooit genoeg om er voor elkaar te zijn?’. Of: ‘Is loslaten ook een vorm van connectie?’.
Mijn vingers strelen nog eens over het reliëf van de letters: ‘Zij is een gesloten boek; beter dan ik kan niemand haar lezen’. Ik raad aan het boek te openen, zeker de speciale editie. (Bernard – Beatrijs Oudenaarde)


Over Treurwil van Rik Van Puymbroeck

Tot op heden was Rik van Puymbroeck vooral een van onze geliefde dieptejournalisten en hoogst originele fotografen – die af en toe een boek met interviews, columns, foto’s publiceerde. Maar vanaf nu mag hij zich schrijver noemen. Treurwil is zijn literaire debuut. Het boek waarop hij al jaren zat te broeden en waarop de gerenommeerde uitgevers van Bezige Bij al even lang zaten te wachten.
Treurwil is geen tikfout. Het boek gaat immers over de wil om te treuren, het niet kunnen loslaten van geliefden. Een vriend, een broer, een moeder. Hij herbeleeft hun sterven, hij onderzoekt zijn aandeel in hun leven en sterven, hij rouwt en analyseert zijn rouwen. Gelukkig zijn er de schrijvers en dichters, de componisten en liedjesschrijvers die hem dit rouwen voordeden en die hem met hun in woorden gevatte en op noten gezette tristesse een troostende hand bieden.
Autobiografisch, maar algemeen geldig. Een boek dat ontroert door zijn eerlijkheid en intimiteit, dat troost biedt aan allen die ooit een verlies te verwerken kregen of krijgen. Aan ieder van ons dus. (Lies – Barboek in Leuven)